Engeland, Schotland en Wales

Routekaart deel 1

Routekaart deel 2

Dag 1 Boxtel – Hoek van Holland 144 km 11 april

We hebben de nachtboot van Hoek van Holland naar Harwich geboekt, vertrek om 22.00 uur. Na de lunch rijden we alvast naar de Koningin Emma Boulevard in Hoek van Holland en parkeren zolang op de camperplaats. We wandelen naar het vlakbij gelegen centrum om nog wat boodschappen te doen en later langs de Nieuwe Waterweg naar het strand en de Noorderpier. Altijd leuk om de vele schepen te bekijken die hier vlak langs varen. Om 19.00 uur rijden we naar de incheck van de Stena Line en een half uur later kunnen we aan boord. We hebben een buitenhut geboekt en die ziet er mooi en lekker ruim uit. We verkennen het schip en kijken nog even op het zonnedek tijdens zonsondergang met de vele lichtjes van de industrieën en havens op de achtergrond. We drinken nog een biertje in de bar en gaan daarna lekker slapen.

Dag 2 Harwich – Papplewick 306 km 12 april

Om 06.30 uur aangekomen in Harwich na een heerlijk rustige nacht, geen golfje gevoeld. Het ontschepen gaat vlug en al gauw zijn we op weg in Engeland. Dick is al gauw gewend aan het links rijden. We willen vandaag wat opschieten en rijden noordwaarts naar Papplewick. We zijn lid geworden van Britstops en hebben een leuke pub gevonden waar we gratis kunnen overnachten. We worden vriendelijk ontvangen en kunnen parkeren op het grasveld naast de pub met electra. We spreken meteen een tafeltje af voor het eten van vanavond. Dick gaat lekker uitrusten en ik maak een lange wandeling naar de Newstead Abbey, een Middeleeuwse abdij temidden van prachtige parken, tuinen en vijvers. Ik ben niet binnen geweest, maar heb rondgewandeld door de prachtige tuinen, waaronder een Japanse, een rozentuin, een rotstuin en nog veel meer. De vele vijvers worden gevoed door het riviertje de Leen en overal vind je watervalletjes. Op de terugweg kijk ik nog even bij het oude St. James-kerkje. Vandaar kan je de Papplewick-trail wandelen, een korte wandeling langs de Leen met moerassen, vijvertjes, watervalletjes en bossen. Heel mooi. Om 18.00 uur gaan we eten in de gezellige pub. Dick neemt de fish and chips en ik een Engelse pie, alles smaakt prima.

Dag 3 Papplewick – Flamborough 169 km 13 april

De Tomtom op binnendoor gezet, we hebben tijd genoeg. We rijden door een licht glooiend landschap met weilanden afgescheiden door hagen, bloeiende koolzaadvelden en veel bossen. Langs de wegen overal bloeiende narcissen. Af en toe een mooi dorpje. Wat heel leuk is in het gebied ten noorden van Nottingham zijn de weilanden met scharrelvarkens. Die leven lekker buiten met gras en modderbaden en overal kleine gebouwtjes waar ze kunnen slapen of schuilen. Zo kan het dus ook! Opvallend zijn de vele waarschuwingsborden voor snelheidscontroles. Dus voorzichtig zijn! Om 13.00 uur komen we aan op de boerencamping Wold Farm in Flamborough aan de kust. Onderdeel van de Camping and Caravanning Club waar we ook lid van zijn geworden. We worden vriendelijk ontvangen en mogen zelf een plekje uitzoeken op de nu nog lege camping. Met Pasen aankomend weekend schijnen alle campings volgeboekt te zijn, dus dat wordt misschien nog een probleem. De bewolking maakt al gauw plaats voor een zonnetje en we gaan de wandeling langs de kust maken naar de Bempton Cliffs. We moeten eerst door de weilanden met schapen, die bij de boerderij horen. Het wandelpad leidt langs de prachtige krijtrotsen, waar vele vogelsoorten hun broedplaats hebben. Er zijn diverse uitkijkpunten. Er zouden ook papegaaiduikers moeten zijn, maar die laten zich helaas niet zien. Wel zien we duizenden prachtige Jan van Genten, die van dichtbij te bewonderen zijn. Verder nog diverse soorten meeuwen en stormvogels.

Dag 4 Flamborough – Jedburgh 291 km 14 april

Diverse campings aan de kust gemaild of gebeld, maar alles zit vol voor het lange Paasweekend. Jammer, want we hadden nog naar Robin Hood’s Bay en Whitby gewild. Dan maar meteen naar Schotland. Als we noordwaarts rijden langs de kust zien we ook de vele campers en caravans op de weg. Bij Whitby rijden we een gedeelte door het natuurpark de North Yorkshire Moors, een heuvelachtig gebied met uitgestrekte heidevelden. Wat zal dat mooi zijn in augustus als de heide bloeit. Dan even door het drukke, industriële gebied rond Middlesborough en Darlington en verder via de A68 naar het noorden, een rustige tweebaansweg door een mooi heuvelachtig gebied met weilanden met schapen. Om 15.30 uur komen we in Jedburgh aan. De parkeerplaats staat aangegeven in Campercontact als overnachtingsplaats. Bij de ingang staat wel een verbodsbord, maar bij navraag bij het naastgelegen toeristenbureau mag je gewoon overnachten in de camper. Ze houden alleen niet van caravans. We wandelen naar het naastgelegen centrum met enkele winkelstraten en doen wat boodschappen. Daarna een mooie wandeling langs de bezienswaardigheden van dit leuke stadje. Een ruïne van een 12e eeuwse abdij, een kasteel annex gevangenis en het huis van Mary, Queen of Scotland. Verder is er een mooie wandelroute langs het riviertje de Jed.

Dag 5 Jedburgh – New Lanark 110 km 15 april

Een mooie rit vandaag door het dal van de rivier de Tweed, ook hier veel weilanden met schapen en af en toe bos. We komen al vroeg aan in New Lanark, een dorp van de UNESCO Werelderfgoedlijst. In de 18e eeuw werden hier enorme katoenspinnerijen gebouwd en Robert Owen vond begin 19e eeuw dat de omstandigheden voor de arbeiders slecht waren. Hij liet allerlei voorzieningen bouwen, arbeidershuizen, winkels, een kerk en scholen. Zo creëerde hij een schoon en gezond milieu met tevreden werknemers. De fabrieken sloten in 1968. In de gebouwen is nu een bezoekerscentrum gevestigd, een hotel en een hostel. Het stadje ligt in een prachtig natuurgebied aan de rivier de Clyde met vele stroomversnellingen en watervalletjes. We hebben een van de mooie wandelingen gemaakt met uitleg over flora en fauna. Op het parkeerterrein mogen we overnachten, geen voorzieningen.

Dag 6 New Lanark – Falkirk 54 km 16 april

Na een heerlijk rustige nacht rijden we binnendoor naar Falkirk naar camping The Wheel, we moeten nu eens elektra hebben om alle apparaten eens goed op te laden en om te laden en te lossen. Wel meteen 34 pond afrekenen bij de norse eigenaar, te veel, waarschijnlijk omdat het Paasweekend is of omdat we maar 1 nacht blijven. We wandelen meteen binnen een kwartier naar de bezienswaardigheid van het stadje, the Wheel, een soort scheepslift, waarbij al draaiend, boten een niveauverschil van 30 meter overbruggen. Hierdoor ontstaat een verbinding tussen het Union-kanaal en Forth and Clyde-kanaal, voornamelijk voor toeristische bootjes. Heel interessant om dit allemaal te bekijken. Rondom the Wheel eettentjes en allerlei vermaak voor kinderen. We kijken nog even bij een van de sluizen van het Union-kanaal, altijd leuk om te zien. Later in de middag maak ik nog een lange wandeling door de omgeving van de camping, een prachtig wandel- en fietsgebied met bossen en heide en overal de bloeiende gaspeldoorn. De tweede grote attractie in Falkirk zijn de Kelpies, 2 enorme kunstwerken, paardenhoofden voorstellend, 30 meter hoog. Deze slaan we over.

We rijden eerst naar het mooie stadje Stirling met zijn hooggelegen kasteel en daarna door naar Loch Lomond, waar we een plaatsje zoeken op het parkeerterrein van Balloch, waar je gratis mag overnachten. Balloch is een toeristisch stadje aan het meer en het is er ook erg druk, natuurlijk omdat het Pasen is. Er is veel vertier zoals een dierentuin, een aquarium, speeltuinen en verhuur van waterfietsen en bootjes. Maar ook zijn er prachtige parken zoals het kasteelpark met het Balloch-kasteel. Het riviertje de Leven mondt hier uit in het meer en ligt vol met jachten en roeiboten. Verder natuurlijk veel restaurantjes. Een levendig en gezellig stadje. We wandelen wat rond in de buurt en later in het kasteelpark met zijn prachtige, oude bomen en mooie bloemen. Later ga ik nog een fietstocht maken langs het riviertje de Leven, waarlangs een prachtig fietspad ligt tot aan de Clyde-rivier. Tot nu toe hebben we in een week slechts een paar druppeltjes regen gehad, wel veel bewolking.

Dag 8 Balloch – Lochgilphead 105 km 18 april

We rijden vandaag de mooie route langs het Loch Lomond en daarna langs het Loch Fyne temidden van bossen en laaggebergte. We krijgen heel even een flinke regenbui, maar daarna is het weer droog. Heel leuk is het stadje Inveraray met allemaal witte huisjes. Wij rijden naar de camping in het dorp Lochgilphead, gelegen aan het Loch Gilp. Een prachtige camping met alle voorzieningen en gratis internet. We worden weer zeer vriendelijk ontvangen met veel informatie. De zon gaat weer schijnen en we gaan een fietstocht maken langs het vlakbij gelegen Crinan-kanaal met zijn 15 sluizen. Daarna nog even een wandeling door het dorp, waar nu veel gesloten is met Pasen, behalve de Coop, waar we even wat boodschappen doen.

Dag 9 Lochgilphead – Oban 65 km 19 april

We rijden vandaag noordwaarts via de Argyll Coast-route, maar stoppen even in Kilmartin. Daar maken we een korte rondwandeling langs 5000 jaar oude monumenten zoals begraafplaatsen, steencirkels en staande stenen. Daarna gaat de route afwisselend door bergen, bossen en langs de kust. In Oban gaan we eerst even boodschappen doen. Oban is niet echt campervriendelijk en het is niet makkelijk om een parkeerplaats te vinden. Dus rijden we maar naar camping Roseview, gelegen in de mooie heuvels bij de stad. Het regent weer, maar zoals vaak is dit maar een bui en schijnt de zon weer daarna. Dick blijft in de camper en ik wandel de 3 km naar de stad, dalend en stijgend, maar wel te doen. Oban is een gezellig stadje met een haven met vissersboten en veerboten naar de eilanden. Veel winkels en restaurantjes en boven de stad McCaig’s Tower, een op het Colosseum lijkend gebouw met mooi uitzicht over Oban en omgeving.

Dag 10 Oban – Glencoe 115 km 20 april

Vandaag rijden we een mooie bergroute. Van Oban rijden we westwaarts richting Tyndrum via de A85, door een prachtig berggebied met veel meren. Daarna de A82 noordwaarts. We maken een lunchstop bij Bridge of Orchy bij een mooie, snelstromende rivier met oude brug. Daarna volgt een prachtig landschap met meren, moerassen en bergen waar nog wat sneeuw te zien is. Heel mooi. We overnachten op camping Invercoe in Glencoe, een prachtige camping met uitzicht op een meer met eilandjes en het riviertje de Coe. Achter de camping in de heuvels ligt een schitterend wandelgebied met bossen en het Glencoe-meertje. We hebben vandaag prachtig weer, dus ga ik enkele wandelroutes daar lopen. Erg mooi! Terug loop ik nog even door het dorpje, maar dat stelt niet veel voor. Een hoofdstraat met een buurtsuper, een café en een kerkje. ’s Avonds genieten van het uitzicht vanuit de camper.

Dag 11 Glencoe – Ardelve 135 km 21 april

Vandaag rijden we via de Argyll Coastroute naar Fort William, waar we parkeren op het West End Carpark. We gaan even een kijkje nemen in het centrum en wat boodschappen doen. Het centrum bestaat uit de winkelstraat High Street met heel veel winkeltjes en wat restaurantjes en er zijn een paar mooie kerkjes. Best gezellig. Daarna rijden we verder met uitzicht op de hoogste berg van Groot-Brittannië, de Ben Nevis (1345 m.) en via de A82 naar het Loch Lochy, waar we lunchen op een mooi plekje. Daarna langs het Loch Garry en Loch Cluanie, prachtige meren temidden van een mooi berglandschap. We stoppen nog even bij het mooie kasteel Eilean Donan om wat foto’s te maken, we slaan de binnenkant over, we hebben al zoveel kastelen bezocht. Daarna rijden we naar de camping in Ardelve, een eenvoudige camping in een klein dorpje. Wat huizen en een bakker en een pizza-tentje. Ik wandel later nog even terug over de brug van het Loch Long naar het dorpje Dornie, wat leuke gekleurde huisjes heeft en een pub.

Dag 12 Ardelve – Portree 73 km 22 april

We gaan vandaag naar het eiland Skye, dat door een lange brug verbonden is met het vasteland. We rijden noordwaarts richting Portree met uitzicht op de zee en de eilanden Scalpay en Raasay. We passeren enkele kleine dorpjes en overal zien we de typisch witte cottages, die we overal op Skye zullen tegenkomen. We stoppen nog even bij een uitzichtpunt in Sligachan bij een oude brug over het riviertje de Alit Dearg Mor met uitzicht op de prachtige bergen. Vlakbij enkele watervalletjes. In Portree rijden we naar de camping, gelegen in de heuvels, 2,5 km buiten het dorp. Later wandelen we naar het dorp, wel stijgen en dalen, maar in een half uur te doen. Het dorp heeft een vissershaven en langs het water aan de ene kant leuke gekleurde vissershuisjes, aan de andere kant de typisch witte huisjes. Er zijn wat winkeltjes en restaurantjes. Het is mooi weer, dus drinken we een biertje op een terrasje aan de haven terwijl we de meeuwen bekijken die schooien om een stukje vis of frites van de vele toeristen die op een muurtje fish and chips eten.

Dag 13 Portree – Dunvegan 97 km 23 april

We gaan vandaag verder met ons rondje Skye, dus rijden we noordwaarts door een prachtig landschap met hoge bergen, rotsen langs de zee, baaien, kleine witte dorpjes en meren. Het grootste gedeelte is singel track, dus 1 rijbaan met regelmatig passeerplaatsen, maar ook slecht wegdek met gaten en hobbels. We stoppen op diverse uitzichtpunten. Eerst bij The Old Man of Storr, een 50 meter hoge spitse rotsen met op de achtergrond een rotsmassief. We slaan de wandeling naar boven maar over. Daarna een mooi uitzichtpunt bij de watervallen en rotsen van Lealt en bij de grote waterval van Mealt. De noordkust is schitterend met bergen en baaien. We vinden een mooi plekje om te lunchen. Daarna rijden we naar de camping in Dunvegan, mooi gelegen aan het Loch Dunvegan. Lekker zonnig weer, maar er staat een harde wind. Ik wandel later via het dorpje met enkele restaurantjes naar het kasteel van Dunvegan, ongeveer 2,5 km verderop. Ik koop alleen een kaartje voor de tuinen voor 9 pond, maar het is wel de moeite waard. Er zijn zo’n 9 thema-tuinen en ze zijn prachtig. Ook het uitzicht op zee is erg mooi, er zijn zeehondenkolonies hier, maar helaas vanaf hier niet te zien en de bootexcursies starten pas volgende week.

Dag 14 Dunvegan – Stromeferry 120 km 24 april

Als eerste staat er een bezoek gepland aan de Fairy Pools, de laatste 5 km ook via een single track road. We parkeren de camper op een speciaal parkeerterrein, kosten 8 pond. Daarna starten we de wandeling. In een vallei stroomt het riviertje de Brittle en vormt kleine en grote watervallen, stroomversnellingen en waterpoeltjes. De wandeling langs dit riviertje is best pittig met stijgingen en dalingen op een oneffen stenig pad, maar is beslist de moeite waard. De afstand is ongeveer 4 km heen en terug. Door de lange droogte van de afgelopen weken, zijn de watervallen niet zo indrukwekkend als op foto’s. Daarna verlaten we het eiland Skye en rijden naar het Loch Carron, waar we toevallig langs de parkeerplaats rijden bij Stromeferry met een prachtig uitzicht op het meer. Je mag hier overnachten, dus besluiten we om hier te blijven. De zon schijnt, er zijn picknickbanken, de roodborstjes en vinkjes komen vlak bij je, dus heerlijk genieten.

Dag 15 Stromeferry – Shieldaig 88 km 25 april

Lekker rustig geslapen vannacht. Helaas is het erg bewolkt, dat valt tegen, want we hebben zo’n mooi weer gehad de laatste weken. Eerst rijden we naar het dorp Lochcarron om te tanken en boodschappen te doen. Daarna gaan we beginnen aan de route van de NC500, de North Coast 500, de weg die helemaal langs de kust van Noord-Schotland gaat en die prachtig moet zijn. Nou, dat merken we meteen als we de bergroute naar Applecross nemen die over een 625 meter hoge bergpas gaat, schitterend! Er wordt wel op een bord gewaarschuwd dat deze route alleen voor ervaren bestuurders is en liever geen campers of caravans. Maar Dick is zeer ervaren en stuurt makkelijk over de smalle single track road. Het is niet zo druk, dus hoeven we niet zo vaak uit te wijken. Een steil stukje van 16% en enkele haarspeldbochten en daarna de afdaling naar Applecross. Vandaar gaat de weg langs de zee met prachtig uitzicht en lopen schapen en Schotse hooglanders op en langs de weg. We overnachten op de mooie camping in het dorpje Shieldaig. Shieldaig is een klein dorp met leuke huisjes langs het water, een buurtwinkeltje, een café en een restaurant, waar ik meteen een tafeltje voor vanavond ga reserveren. Ik ga nog een mooie wandeling maken naar een uitzichtpunt, ongeveer 6 km. Om 18.00 uur gaan we eten in het restaurantje/pub en dat smaakt prima. Op de wandeling terug naar de camper zien we ineens 2 zeehonden in het water zwemmen, helaas lukte het niet om een goede foto te maken.

Dag 16 Shieldaig – Mellon Udrigle 88 km 26 april

Vanochtend weer een mooie rit langs de kust, door de bergen en langs meren. Altijd zeer afwisselend. De bergen en heuvels zien er nog droog en dor uit, maar als je dichtbij kijkt, komt het jonge gras en groen al tevoorschijn. We stoppen even om bij de Victoria-waterval te kijken bij het Loch Maree en rijden daarna verder naar de eenvoudige camping van Mellon Udrigle, waar we een prachtig plekje achter de duinen vinden, met uitzicht op het witte strand, de omringende rotsen en in de verte de hoge bergen van andere landtongen. Naar dit uitzicht kun je uren kijken, ook vanwege de musjes, kwikstaartjes en wat konijntjes op het gras. Ik ga een lange wandeling maken over de heuvels. Er schijnen af en toe zeehonden op de rotsen te liggen, maar helaas vandaag niet. De wandeling gaat door de heuvels, langs kliffen en baaitjes en is best pittig met stijgingen en moerasgebied (goede schoenen!), maar erg mooi.

Dag 17 Mellon Udrigle – Ullapool 74 km 27 april

We verlaten dit mooie plekje op zoek naar andere, want die zijn er hier genoeg. Wat een mooi land is dit toch! Maar we boffen ook met het weer, alhoewel er later in de week regen voorspeld is. Vanmorgen ook weer een schitterende route. We stoppen even bij het Little Loch Broom om foto’s te maken, want met de zon en het gladde wateroppervlak weerspiegelen de rotsen en de wolken zich prachtig in het water. Daarna willen we stoppen bij dekloof en waterval van Measach, maar de parkeerplaats is bomvol. Dus rijden we verder naar Ullapool, waar we boodschappen doen bij de Tesco. Omdat het plaatsje er erg leuk uit ziet, besluiten we hier te blijven, ook omdat er een mooie camping is bij het centrum. Het Broomfield Holiday Park is groot en mooi en ligt aan Loch Broom. Later maken we een wandeling door het dorp met zijn vissershaventje. Er zijn diverse winkeltjes, restaurantjes en cafés. De straatjes bestaan uit lage witte huisjes, nu extra mooi omdat de bomen volop in witte en rose bloesem staan. Later ga ik nog een wandeling maken heuvelop naar een uitzichtpunt, tussen de bloeiende gaspeldoorns, vanwaar je een prachtig uitzicht hebt op Ullapool en omgeving. Terug gaat het langs het Ullapool-riviertje met mooie bomen, struiken en bloemen.

Dag 18 Ullapool – Durness 148 km 28 april

We gaan weer verder noordwaarts. En weer een prachtige route met uitzicht op bergen, meren en zee. We stoppen bij het Loch Assynt bij de ruïne van kasteel Ardvreck. Niet dat dit zo mooi is, maar het ligt prachtig aan het meer en nu met de zon en het kalme water, weer een prachtige weerspiegeling. Ietsje verder langs de weg ligt ook een mooie waterval. We willen naar de Sheigra Campsite, een camperplaats die nogal afgelegen ligt, via een single track road, aan het strand en bij mooie rotsen. Als we daar aankomen, staat er echter niemand en dat komt omdat het hier schijnbaar erg nat geweest schijnt te zijn, waardoor je al gauw vast komt te zitten. Dat gaan we dan ook maar niet wagen, dus weer de hele weg terug. Daarna weer een lange single track road tot vlakbij Durness, waar we een mooi plekje vinden op een parkeerplaats. Hier blijven we overnachten met mooi uitzicht over het meer, alhoewel het nu eb is en de zandbanken zichtbaar zijn.

Dag 19 Durness – Thurso 122 km 29 april

De route vandaag is weer geweldig en biedt soms prachtig uitzicht op de kust met mooie stranden. Het laatste deel is grotendeels een soort toendra-gebied met lage heuvels, rotsen, heide en moerassen. We stoppen in Thurso om boodschappen te doen bij de Lidl en gaan overnachten op de camping die er tegenover ligt aan de kust. We krijgen een mooi plaatsje met uitzicht op de Orkney eilanden, de rotsen van Dunnet Head en de haven waar de veerboten naar de eilanden vertrekken. Langs de kust loopt een mooi wandelpad over de rotsen, met trapjes kun je naar het strand. Het pad gaat tot de rivier de Thurso, waar aan de overkant een kasteelruïne ligt. Via de rivier kom je in het centrum met zijn vele kerken, zijn oude huizen en een paar leuke winkelstraten. ’s Avonds eten we in het eenvoudige restaurantje op de camping, goed eten, geen alcohol.

Dag 20 Thurso – Wick 67 km 30 april

We rijden via een vlakke, saaie route met bewolking naar het meest noord-oostelijke puntje van Schotland, John O’Groats, waar het uitzichtpunt Duncansby Head ligt bij de vuurtoren. Gelukkig is er nog een plaatsje op het parkeerterrein, want het kan hier erg druk zijn. We wandelen over de kliffen hoog boven de kust, waar duizenden vogels nu broeden in holletjes in de rotsen, mooi te zien in de diepe inhammen. Het zijn vooral diverse soorten meeuwen en ook zeekoeten. Verderop zijn de mooie stacks te zien, puntig gevormde rotsen in de zee met op de achtergrond de steile rotskust. Prachtig. Daarna rijden we zuidwaarts naar Wick, waar 2 km verder een camperplaatsje ligt bij de ruïne van een kasteel. Er zijn maar 2 plaatsen, maar we boffen, er is niemand. Er komen alleen inwoners de hond uitlaten, wandelen of vissen. Er is een prachtig uitzicht op de rotsachtige kust. Heel in de verte in zee ligt een windmolenpark met 84 molens, maar niet storend. Ik ga een lange wandeling maken langs de kust, die zuidwaarts lijkt of die van vanmorgen bij John O’Groats. Hoge rotsen met inhammen met broedende meeuwen en aalscholvers. De kust noordwaarts bestaat uit grote, platte rotsplaten, heel apart. Al met al een leuke plek.

Dag 21 Wick – Falls of Shin 125 km 1 mei

Het heeft vannacht wat geregend, maar nu is het droog. Eerst even wat boodschappen doen bij de Lidl en daarna rijden we langs de kust in de mist, dus weinig uitzicht. Af en toe klaart het op en zien we mooie zandstranden en het prachtige Dunrobin Castle, maar zoals al eerder gezegd, we hebben in ons leven al genoeg kastelen bezocht. Daarna gaan we het heuvelachtige binnenland in en rijden langs de rivier de Fleet naar Lairg aan het Loch Shin. Via een single track road bereiken we even later het bezoekerscentrum van de Falls of Shin, een niet zo spectaculaire waterval in het snelstromende riviertje, maar bekend vanwege de zalmtrek. De zalmen trekken dan naar hun geboortegrond in het loch en moeten dan tegen deze waterval opspringen, wat een prachtig gezicht is. Helaas is het nog te vroeg in het seizoen, dus geen zalm te bekennen. Maar de omgeving is erg mooi en er zijn 3 gemarkeerde wandelingen uitgezet door de bossen. Weer erg mooi met het mos wat overal op groeit en bloemen en varens. Je mag gratis overnachten hier, dus dat doen we. Er zijn mogelijkheden voor het legen van het toilet en voor stroom, maar dat is belachelijk duur.

Dag 22 Falls of Shin – Roy Bridge 204 km 2 mei

We volgen vandaag de Moray First Tourist Route richting Inverness, een route binnendoor met mooie vergezichten. Ten zuiden van Inverness rijden we de prachtige route langs Loch Ness, bekend vanwege het vermeende monster wat er zou huizen. We willen naar de camping in Foyers en komen daar om 12.30 uur aan. De receptie is bemand, we kunnen inchecken, maar we moeten toch achter de slagboom wachten tot 14.00 uur tot dat we binnen mogen. Belachelijk. Als ik vraag waarom, wordt er gezegd: campingbeleid. Hier gaan we niet op wachten dus rijden we verder naar Fort Augustus, waar volgens Campercontact een camping is. Maar het blijkt dat deze camping alleen nog maar huisjes en chalets verhuurt. Dus maar weer verder gereden. We moeten een camping hebben omdat we moeten lossen en laden, en vinden er een in Roy Bridge, een leuke kleine camping waar we zeer vriendelijk worden ontvangen. De camping ligt mooi aan het riviertje de Spean. We maken een wandeling langs het water en terug door het kleine dorpje, waar verder niet veel te beleven is. Maar de omgeving is erg mooi.

Dag 23 Roy Bridge – Pitlochry 103 km 3 mei

We rijden vandaag zuidwaarts langs de rand van het Cairngorms National Parc naar Pitlochry, een gezellig, toeristisch dorp in een prachtige omgeving. Een leuke hoofdstraat met winkeltjes en veel restaurantjes en mooie oude Victoriaanse huizen. Het dorp ligt aan een stuwmeer en tussen heuvels en bossen. We parkeren de camper op een parkeerplaats waar je ook mag blijven overnachten, net naast het centrum. We bekijken het dorp, doen boodschappen en wandelen naar de stuwdam, waar een waterkrachtcentrale ligt en een zalmtrap van maar liefst 103 meter. Hier kunnen de zalmen veilig de dam passeren. Helaas ook vandaag geen zalm te zien. In het bezoekerscentrum kun je zien hoe de dam gebouwd is en hoe de zalmtrap werkt. Later loop ik naar het vlakbij gelegen Black Spout Wood, waar je wandelingen kunt maken door het bos langs een riviertje met kleine watervallen en de grotere Black Spout-waterval. Het is er erg mooi nu, onder de bomen uitgestrekte velden met witte bloemetjes.

Dag 24 Pitlochry – Annan 261 km 4 mei

We hebben nu 3 weken Schotland achter de rug. Wat was het prachtig! Er is natuurlijk nog veel meer te zien, maar we willen ook nog naar Wales tijdens deze reis. Daarom besluiten we om zo snel mogelijk een eind via de autobaan naar het zuiden te rijden. Niet leuk, maar het schiet wel op. We vinden een kleine camping vlakbij Annan aan de Solway Firth, een zeearm. Het is bij Broom Fisheries, 12 visvijvers waar sportvissers kunnen vissen. Er zijn een aantal camperplekken met uitzicht op het water. Leuk om te bekijken hoe er wordt gevist, op het eind van de dag de vangst wordt gewogen en de vis weer terug wordt gegooid. Er zijn competities. Er is een wandeling naar zee, langs een paar vijvertjes en grasvelden met heuveltjes, vol met konijnenholen. Je ziet er ook heel veel springen, maar ze zijn te schuw om foto’s van te kunnen maken. Het strand ligt vol met puin en is moeilijk toegankelijk, maar biedt wel een mooi uitzicht. Er zitten honderden zwart-witte vogels, maar te ver weg om te kunnen zien wat voor soort.

Dag 25 Annan – Warton 157 km 5 mei

We willen vandaag toch een stuk binnendoor rijden, want vlakbij ligt het mooie Lake District. We rijden de route via Kenwick en Windermere langs bergen, meren en mooie dorpjes. We proberen nog ergens te parkeren, maar het is overal ontzettend druk. Het is nog vakantie en alle parkeerterreinen staan vol. Helaas. Ook veel campings zijn vol, dus we kiezen vandaag voor een pub via Britstops. Het is de Malt Shovel in Warton, een mooie, oude pub in een klein dorp vol met oude huizen in een mooie heuvelachtige omgeving vlakbij zee. Het parkeerterrein bij de pub is vrij klein, maar we krijgen een mooi plaatsje met uitzicht op het terras en de speeltuin van de pub, waar de bevolking massaal naar toe komt om wat te drinken. Leuk om allemaal te bekijken. Ik maak nog een wandeling in het vlakbij gelegen natuurgebied bij een oude afgraving. Veel groen, veel bloemen. Wilde orchideetjes gezien en een grote 35 cm lange hazelworm. ’s Avonds gaan we in de pub eten, heerlijk.

Dag 26 Warton – Rhuallt 179 km 6 mei

Binnendoor is niet te doen, dus nemen we maar weer de autobaan naar Wales. Het is vrijdag en ontzettend druk, niet leuk. Bovendien zijn er veel campings vol in Noord-Wales, maar gelukkig vinden we online nog een plekje op een camping in Rhuallt. Online boeken, online betalen, bevestigingsmail met plaatsnummer en toegangscode van slagboom, er komt geen receptie meer aan te pas. Er valt niet zo heel veel te zien en te wandelen, dus we doen wat huishoudelijke karweitjes en gaan lekker relaxen. Even later begint het te regenen en dit is de eerste serieuze regenbui van onze vakantie, die duurt tot in de avond.

Dag 27 Rhuallt – Conwy 48 km 7 mei

Een korte rit naar Llandudno, waar we voor een paar uur makkelijk kunnen parkeren op de parkeerplaats Maelgwyn Road, vlakbij het centrum en de zee. We wandelen eerst door het gezellige centrum met veel winkels en restaurantjes en mooie huizen. Daarna lopen we naar de promenade langs de prachtige baai met pastelkleurige gebouwen, meestal hotels. De baai ligt tussen 2 heuvels vanwaar je een mooi uitzicht hebt op de stad. Op het eind van de baai ligt een pier in zee met allerlei vertier en veel eettentjes. En met dit mooie weer is het gezellig druk. We eten nog wat en gaan dan weer terug naar de camper. Een klein stukje verder ligt Conwy aan de monding van de gelijknamige rivier. Daar hebben we toevallig een camperplaats gevonden, die op geen enkele app stond, maar die vlakbij het centrum ligt. Het is bij een autobedrijf, 5 plaatsen met voorzieningen, 20 pond. Info gevonden op Facebook Conwy Motorhome Stopover. Ideale ligging, 2 minuten naar diverse supermarkten en 10 minuten naar het centrum. Lopend over de brug zie je al het enorme 13e eeuwse kasteel van Conwy en de haven. Conwy is omringd door stadsmuren en binnen deze muren vind je nog mooie oude huizen, winkeltjes en restaurantjes. Je kunt een wandeling maken over de stadsmuren, van daar af een mooi zicht op de stad. Langs het water is een leuke promenade, waar vandaag veel mensen zich vermaken met het vangen van krabbetjes. Conwy is vooral bekend vanwege de mosselvangst. Langs de kade ligt ook het kleinste huis van Groot-Brittannië. Een prachtig stadje!

Dag 28 Conwy – Llanrwst 123 km 8 mei

We rijden eerst langs de kust richting Bangor om daarna dwars door het Snowdonian National Park te rijden, een onderdeel van de bergketens van Cambrian Mountains. Een prachtig landschap van bergen, meren en leuke dorpjes. Hoogste berg is de Snowdon, 1085 meter. De bedoeling was om naar de camping in Betws-y-Coed te gaan, maar deze is helemaal vol. Het is de laatste dag van de Britse vakantie, dus hopelijk wordt alles morgen een beetje rustiger. Ook nu op zondag en met mooi weer, staan alle parkeerplaatsen langs de wegen vol met auto’s van wandelaars. We rijden door naar Llanrwst, waar het een stuk rustiger is en waar we gratis kunnen parkeren op de parkeerplaats achter het politiebureau. Een goed plekje voor de nacht. Even later wandelen we langs het riviertje de Conwy naar het centrum, een korte wandeling. We nemen een drankje op een terrasje, dit is genieten in de zon, dat hebben we nog niet veel kunnen doen deze vakantie. Het dorp heeft wat mooie historische huizen, een 172 eeuwse brug en een oud kerkje. Er zijn een paar restaurantjes en terrasjes en 2 buurtwinkels. Later maak ik nog een wandeling langs de rivier de andere kant op.

Dag 29 Llanrwst – Dolgellau 65 km 9 mei

Lekker rustig geslapen vannacht. We rijden vandaag verder, maar stoppen eerst even in Betws-y-Coed. Een echt toeristisch plaatsje aan het riviertje de Conwy met heel veel terrasjes en restaurantjes en veel wandelmogelijkheden in de omgeving. We doen even wat boodschappen en rijden dan verder door het nationale park. Het is hier echt prachtig. En alles zo mooi groen nu. Groene weiden tegen de hellingen met zoals overal de vele schapen, bomen langs de weg met het jonge groen en af en toe bossen. We komen al vroeg aan op camping Tan-Y-Fron, een mooie, maar prijzige camping. Maar met wasmachine en droger, zodat ik even een wasje kan doen. Daarna wandelen we naar het vlakbij gelegen centrum van het historische stadje. Mooie oude huisjes in nauwe straatjes, een leuk kerkje en een 17e eeuwse brug.

Dag 30 Dolgellau – Devil’s Bridge 104 km 10 mei

Het heeft gisteravond en vannacht geregend, een van de weinige buien tot nu toe, wat boffen we toch! Maar nu is het weer droog en we rijden verder naar het zuiden door de Cambrian Mountains, hier niet zo hoog, maar wel mooi. De bestemming is Devil’s Bridge, waar we kunnen gratis kunnen overnachten bij het Hafod Hotel, wat aangesloten is bij Britstops. Attractie is hier de duivelsbrug over een kloof waar het riviertje de Rheidol doorheen stroomt met vele watervallen. Boven de 12e eeuwse brug zijn later nog 2 bruggen gebouwd, het uitzichtpunt is te bereiken via in totaal 220 traptredes, entree 2 pond. Aan de andere kant van de brug kan je een wandeling maken tot in de kloof, 100 meter diep om alle watervallen te bekijken. In totaal zijn dit 675 traptredes, maar als je dit op je gemak doet en voorzichtig, want alles is oneffen en soms modderig, dan is dit prachtig. Entree 4 pond.

Dag 31 Devil”s Bridge – Llandovery 111 km 11 mei

We rijden zuidwaarts door een gedeeltelijk bergachtig gebied en gedeeltelijk heuvelachtig. Ook hier weer veel groene hellingen met schapen en af en toe bossen. We overnachten op camping Erwlon in Llandovery, waar we nog net een plaatsje kunnen vinden. Wat is het toch druk overal en iedereen reserveert van tevoren. Llandovery is een leuk dorp met een kasteelruïne, 2 mooie oude kerkjes en heel veel gekleurde huizen. Het gezellige centrum heeft huizen en pubs in oranje, blauw en geel. Andere huizen hebben meer pastelkleuren. Ik maak de wandeling die aangegeven staat op het bord naast het toeristenbureau, wat nu gesloten is. ’s Avonds wandelen we samen naar het dorp om lekker te gaan eten.

Dag 32 Llandovery – New Quay 71 km 12 mei

We rijden weer terug naar de kust door een mooi glooiend landschap en door kleine dorpjes. We overnachten vandaag in New Quay op de parkeerplaats, waar je voor 8 pond mag blijven. Een groot terrein, wel schuine plaatsen, maar goed voor een nacht. Er staat maar een andere camper. Rondom zijn parkjes en er zitten veel vogels. We hebben nog veel oud brood, dus dat strooi ik naast de camper. Meeuwen, kraaien en kwikstaartjes komen meteen, maar even later komen ook eekhoorntjes wat brood halen. Iets verderop zitten een aantal konijntjes. Leuk! New Quay is een vissersplaatsje met een kleine haven. Het is 5 minuten lopen, maar wel steil naar beneden. Langs het strand eettentjes en wat winkeltjes. En overal weer leuke, gekleurde huisjes. Op de kade veel manden en korven waarmee krabben, kreeften en vis gevangen wordt. Het is eb dus liggen de bootjes op het droge. We wandelen over de kademuur en zien veel mensen in de verte staren. Het zijn dolfijnen, wat leuk! Je kunt hier ook boottochtjes boeken om de zee op te gaan om de dolfijnen en bruinvissen van dichterbij te bekijken. ’s Middags maak ik nog een wandeling over het kustpad dat hoog over de rotsen loopt en een mooi uitzicht biedt over het dorp, de zee en de rotsen.

Dag 33 New Quay – St. David’s 90 km 13 mei

Via de kustweg naar het zuiden, een glooiend landschap met leuke dorpjes. De campings vlak aan de kust zaten allemaal vol, dus hebben we een boerencamping gevonden, St. David’s Farm, die meer in het binnenland ligt, maar wel op 15 minuten van St. David’s. Tot onze verbazing zijn wij de enigen op deze camping, dus heerlijk rustig temidden van weilanden. Dick blijft op de camping, maar ik wandel naar St. David’s, een dorp met een klein, gezellig centrum met eettentjes en winkeltjes. De toeristische attractie hier is de enorme kathedraal uit de 13e eeuw. Daarnaast de ruïnes van het bisschoppelijk paleis. Maar velen komen ook wandelen over het Wales Coastal Path, een voetpad langs de hele kust van Wales, maar liefst 870 mijl lang. Dit pad leidt over de rotsen en kliffen en langs baaien en inhammen. Ik ga er een stuk van lopen, wel stijgen en dalen, maar oh zo mooi. Het uitzicht is schitterend.

Dag 34 St. David’s 14 mei

Geen camping kunnen vinden, alles vol. Dus blijven we vandaag hier lekker staan. Het wordt mooi weer, dus we gaan ons wel vermaken. In de ochtend wandelen we naar het dorp en doen wat boodschappen. In de middag ga ik weer een stuk van het Coastal Path wandelen, nu naar het westen tot aan het haventje van Porthclais. Nog mooier dan gisteren.

Dag 35 St. David’s – Tenby 63 km 15 mei

Tenby schijnt een leuk stadje te zijn, maar één camping zit vol, de andere, het Kiln Park, heeft nog net één plaats, die ik online kan boeken en betalen. Het is een enorm vakantiepark met veel chalets en huisjes, eigenlijk niets voor ons, maar het is niet anders. Het duurt al 10 minuten voor je het park af bent en daarna is het nog 10 minuten lopen langs de kust naar Tenby, wat hoog op de rotsen ligt. Langs het uitgestrekte strand veel terrasjes en mooie parkjes. Het centrum ligt binnen de oude stadsmuren, naast een kasteel en een fort, die op een schiereilandje liggen en uitzicht hebben op 2 baaien met mooie stranden. Op de kades mooie gekleurde huizen, bootjes in de kleine haven. Het centrum is gezellig met veel winkeltjes en eettentjes. We drinken een lekker biertje op een van de terrasjes langs het strand. Het is mooi weer, dus een echt vakantiegevoel.

Dag 36 Tenby – Mumbles 95 km 16 mei

Nog even brood halen op de camping en daarna door naar de volgende bestemming. Mumbles ligt aan het uiteinde van de baai van Swansea. We parkeren op de parkeerplaats Bracelet Bay (gevonden op Park4Night) met uitzicht op het schiereiland met de vuurtoren. Kosten 8 pond voor 24 uur. Aan de andere kant daarvan ligt een kleine pier in zee met aan het begin enkele restaurantjes en winkeltjes. Aan de pier ligt een oud reddingboothuis in zee, wat niet meer gebruikt wordt en nu onderdak biedt aan talloze meeuwennesten. De jongen krijsen het hardst om eten, dat de ouders af en toe komen brengen. Een lawaai van jewelste, maar erg leuk om te zien. Verderop langs het strand ook veel terrasjes. Later maak ik nog een wandeling over het Coastal Path, dat over de rotsen gaat en weer mooie uitzichten biedt. Helaas wordt ‘s avonds de rust verstoord door jongelui, die over het terrein racen en harde muziek laten horen. Rond 01.00 uur is het pas rustig.

Dag 37 Mumbles – Dan-yr-Ogof 46 km 17 mei

Via de baai van Swansea rijden we noordwaarts richting the Black Mountains. Een mooi, heuvelachtig gebied. Echte bergen zijn het niet, de hoogste top is 821 meter. Bij Dan-yr-Ogof zijn grotten en daarnaast ligt een mooie natuurcamping. Ik heb via de mail gereserveerd en antwoord gekregen dat we zelf een plaats kunnen uitzoeken en dat de campingwacht de 25 pond komt ophalen. De camping is prachtig, er zijn hele ruime plaatsen met veel privacy en veel groen. De grotten slaan we over, maar er is een mooie wandelroute door de vallei langs beekjes en meertjes naar het vlakbij gelegen kasteel Craig-y-Nos. Ook zijn er wandelpaden de bergen in, maar tegen 15.00 uur komt er zo’n donkere lucht aan, dat ik deze wandeling afbreek. Inderdaad regent het even later en dat zal tot de volgende ochtend duren.

Dag 38 Dan-yr-Ogof – Brecon 68 km 18 mei

De campingwacht is nog steeds niet geweest, rondgekeken op de camping om hem te zoeken, maar niet te vinden. Om 10.30 uur rijden we dan maar gewoon weg, nadat ik een mailtje heb gestuurd om te vragen of ik het geld kan overmaken. Via een mooie route door het Beacons National Park met bergen, meren en watervallen komen we vroeg aan op een parkeerplaats in Brecon, waar je voor 8 pond mag overnachten. Een mooi plekje aan het riviertje de Usk naast The Boathouse, waar een terrasje is en waar je kano’s en waterfietsen kan huren. Via het wandelpad langs de rivier loop je in 10 minuten naar het stadje. Het heeft een gezellig centrum met veel winkels, restaurantjes en enkele terrasjes. Er is een kasteel en een mooie kathedraal.

Dag 39 Brecon – Bourton-on-the-water 155 km 19 mei

We verlaten Wales vandaag en zoeken iets in het mooie Cotswold-gebied in Engeland. Een glooiend gebied met leuke dorpjes met huizen gebouwd van honingkleurig kalksteen. We kiezen voor de camperplaats van Bourton-on-the-water bij een voetbal/tennisclub. Via een heel smal weggetje rijd je naar het voetbalveld, waar naast de picknicktafels een vijftal plekken zijn. Het is de hele dag lekker rustig. We lopen naar het vlakbij gelegen centrum, waar we eerst gaan lunchen in een pub. Daarna wandelen we op ons gemak door het pittoreske dorp met zijn mooie, honingkleurige huizen aan beide zijden van het riviertje de Windrush met veel boogbruggetjes. Aan beide zijden daarvan veel terrasjes, pubs, restaurantjes en ijssalons. Ook zijn er veel leuke winkeltjes. Er zijn dan ook heel veel toeristen en met dit mooie weer zitten de terrasjes vol. Er is ook nog een vogelpark aan de rand van het dorp. Daarna ga ik nog een langere wandeling maken door het buitengebied met meertjes en riviertjes. Tegen 17.00 uur komen de eerste voetballertjes trainen, gaat de kantine open (waar je moet betalen voor de camper, 15 pond) en een kar waar je snacks kan kopen. Met dit mooie weer komen alle ouders mee en zitten de picknicktafels vol en het bier vloeit hier rijkelijk. Leuk om allemaal te bekijken en er is totaal geen overlast. Tegen 22.00 uur is alles weer rustig.

Dag 40 Bourton-on-the-water – Henlow 122 km 20 mei

Vanmorgen weer anderhalf uur gezocht naar een plekje op een camping. Veel zat vol, andere campings waren niet te bereiken, ik kreeg steeds voicemail. Bovendien had ik slecht bereik. Eerst maar gaan rijden en boodschappen gedaan bij de Coop in Bourton. Het was in inmiddels al lunchtijd, dus eerst maar daar op de parkeerplaats gegeten. Uiteindelijk had ik een camping aan de lijn en moest al mijn gegevens telefonisch doorgeven. Dat duurde dus nogal een tijdje voor naam, adres en andere gegevens gespeld waren. Bovendien moeten we verplicht 2 nachten blijven en 68 pond betalen. Maar ja, we hebben een plekje! Het kamperen wordt er zo niet leuker op, je moet eigenlijk alles van tevoren reserveren. Afijn, eerst door allerlei binnenweggetjes en later een drukke weg met tig rotondes, komen we om 15.00 uur aan op de camping. Ik moet wel zeggen, een prachtige, mooi aangelegde camping, waar we vriendelijk worden ontvangen en doordat alle gegevens bekend zijn, kunnen we zo doorrijden naar onze ruime plek. Even wat drinken en dan ga ik meteen de omgeving verkennen. Het is een vlak landschap, maar erg mooi met enkele meertjes, riviertjes en beekjes. Er zijn wandelpaden rondom de camping door de bossen en langs akkers. Overal mooie bloemen en enorme hoge bomen. In het bos ligt een oud landgoed, wat nu een hotel/wellnesscentrum is. Ik kom uit in het dorp Henlow, waar een mooi, oud kerkje staat. Terug gaat het langs de meertjes, maar daar zie je niet veel van. Deze zijn privé en in gebruik als visvijvers. Ook de meertjes op de camping zijn visvijvers.

Dag 41 Henlow 21 mei

We hebben dus verplicht een dag rust, maar dat is niet zo erg. Lekker rustig aan. Maar weer een camping zoeken voor zondagnacht, onze laatste nacht in Engeland. Maandagnacht nemen we de nachtboot van Harwich naar Hoek van Holland. Via de caravanclub, waar we lid van zijn, uiteindelijk iets gevonden en online geboekt. Maar de betaling gaat mis en moet ik toch weer bellen naar de club, waar ik 13 minuten in de wacht hang, maar daarna vriendelijk wordt geholpen. We hebben weinig gebruik gemaakt van deze club. Veel campings zaten vol en andere niet-aangesloten campings waren zelfs goedkoper en lagen gunstiger. In de middag ga ik weer een wandeling maken, weer langs de meertjes en door de bossen. Na de bewolking van vanmorgen, schijnt de zon weer. Wat boffen we toch, al de hele vakantie. Weer veel bloemen, soms hele velden vol. Onderweg zie ik een boom, die helemaal vol hangt met een soort spinnenwebben, maar dichterbij zie je kleine zakjes erin hangen met kronkelende rupsen. Eng, maar heel mooi om te zien.

Dag 42 Henlow – Polstead 137 km 22 mei

Via smalle weggetjes binnendoor met voornamelijk een glooiend gebied met akkers rijden we naar Polstead naar de gelijknamige camping. Weer zo’n mooie camping, kleinschalig met door hoge hagen afgescheiden plekken. Het is zonnig weer, dus we doen vanmiddag niets, lekker buiten in de zon.

Dag 43 Polstead – Harwich 77 km 23 mei

We rijden eerst naar het vlakbij gelegen historische dorp Lavenham, een Middeleeuws marktstadje met prachtige oude vakwerkhuizen in allerlei kleuren. Erg oud, zodat sommige huizen scheef zijn gezakt of voorover buigen, maar ze worden nog wel bewoond. Op het marktplein een enorm Gildehuis en aan de rand van het dorp de mooie St. Peter and St. Paul-kerk. Na een rondwandeling door dit leuke dorp, eten we in de Cockhorse-pub tegenover de kerk. Het lekkerste eten wat we tot nu toe hebben gehad op onze reis. Daarna rijden we naar Harwich, waar we parkeren langs de promenade vlakbij de oude vuurtoren. Het regent helaas, dus maak ik maar een korte wandeling, maar er is nu niet veel te beleven. Daarom rijden we maar alvast naar het haventerrein waar het wachten begint tot we om 21.00 uur kunnen inschepen voor de nachtboot.

Dag 44 Harwich – Hoek van Holland – Boxtel 126 km 24 mei

Rustige nacht gehad. Om 08.00 uur konden we van boord, maar duurde vrij lang. Om 11.00 uur waren we thuis.

Bijna 5000 km gereden. Wat een prachtige reis hebben we gemaakt! En zo’n geluk gehad met het weer, dat hebben we van tevoren niet kunnen bedenken. Slechts 7x een regenbui in 6 weken tijd, en dan meestal ’s nachts of ’s avonds. Schotland was schitterend, we hebben genoten van de prachtige natuur en hebben bewust de grote steden overgeslagen. En heel veel gewandeld, 320 km.

Wales was iets minder spectaculair, maar ook zeer mooi. Met afwisselde landschappen, maar ook met hele leuke en mooie dorpjes. Prachtig was de kust met het Wales Coastal Footpath, waarvan ik enkele stukken heb gelopen.

De inwoners waren allemaal zo vriendelijk en gastvrij en hoffelijk in het verkeer. De wegen waren wel vrij smal en bij het passeren van vrachtwagens of bussen was het uitkijken voor de spiegels. De single track wegen in Schotland waren goed te berijden, er waren voldoende uitwijkplekken om elkaar te laten passeren. Overal in Groot-Brittannië wordt streng gelet op de snelheid en je wordt ook telkens gewaarschuwd voor camera’s of flitsers. Ook overal waarschuwingen voor bochten of versmallingen waar je je snelheid moet verminderen.

Wat tegenviel was dat er heel veel campings vol waren en dat je eigenlijk moet reserveren. Veel campings hebben een online boekingssysteem waar je kunt zien of er nog plaats is en meteen kunt boeken en betalen. De campings kosten zo’n 30 tot 35 pond per nacht. Gelukkig waren er in Schotland en Wales voldoende mogelijkheden om vrij te staan, bij uitzichtpunten of op parkeerplaatsen. Wij waren lid geworden van de Camping and Caravanning Club, maar hebben er slechts een paar keer gebruik van kunnen maken, vele waren volgeboekt en soms waren er andere campings die goedkoper waren en op een gunstiger plek lagen. Ook waren we lid geworden van Britstops. Ook daar maar een paar keer gebruik van gemaakt. Ook zonder dit kun je bij veel pubs terecht zoals op Campercontact te zien is.