Spanje winter 2015-2016

We gaan op zoek naar de zon! De winterreis van vorig jaar naar Zuid-Frankrijk is goed bevallen, dus gaan we dit jaar Spanje eens uitproberen. We zijn geen fan van de drukke badplaatsen aan de Costa’s, maar misschien valt het mee en bovendien schijnt het bergachtige achterland erg mooi te zijn.

 

Dag 1  Boxtel – Toul     439 km                                                        18 december 2015

3 1/2 week vakantie. Lang genoeg om richting Valencia en Alicante te rijden waar het nog steeds mooi weer is. We vertrekken om 09.30 uur en de eerste dag vol gas over de saaie autobaan via Luik, Luxemburg en Metz, maar het schiet wel op en kost geen tolgeld. We zoeken weer een nieuw overnachtingsadres waar we nog nooit geweest zijn. Dit keer wordt het Toul waar we rond 15.30 uur aankomen. De camperplaats ligt net buiten het centrum en kost € 7,00 incl. stroom. Overdag wat herrie van de langsliggende weg en de ernaast gelegen drive-in apotheek. Grappig, want even verder ligt een drive-in bakker. Je hoeft je auto dus niet uit om je medicijnen of brood te halen! Omdat het nog licht is, wandelen we meteen naar het centrum. We boffen, want is heerlijk zacht weer, 13 graden. Naast de camperplaats ligt een wandelpad langs de enorme vestingwallen en grachten waardoor Toul omringd is. Het centrum is niet spectaculair, mede omdat veel in de oorlog gebombardeerd is, maar de prachtige gotische St. Etienne-kathedraal heeft dit doorstaan, hoewel deze wel een opknapbeurt kan gebruiken. Verder nog 2 mooie gebouwen, de St. Gengoult-kerk en het stadhuis. Het stadje is nu prachtig versierd en verlicht voor Kerstmis en er is een kleine kerstmarkt. Verder kun je hier volop wandelen en fietsen langs de vestingwallen en de Moezel die langs het centrum stroomt en verderop wat meertjes heeft gevormd. Een leuke overnachtingsplaats!

Dag 2  Toul – Moulins        371 km                                                      19 december 2015

We hebben heerlijk geslapen, het was niet koud. Na koffie en ontbijt vertrekken we om 09.30 uur en besluiten om binnendoor te rijden. We hebben zo’n hekel aan de autobaan via Lyon en Avignon en bovendien is de tol erg hoog. We zetten de TomTom op Clermont-Ferrand, snelste weg zonder tol. De route gaat langs goede wegen en het is niet druk. Af en toe afremmen voor dorpjes en stadjes maar het is leuk om die te bekijken. Eerst golvend landschap met groene velden, afgewisseld met stukken bos waar nu volop de jacht op herten en wilde zwijnen plaatsvindt. In de Maas-vallei worden de heuvels iets hoger, maar rijden we helaas een dichte mist binnen. Dit blijft de hele ochtend zo wanneer we langs Langres naar Dijon rijden. Als we daar een stuk autobaan krijgen, wordt het ineens helder met zon en blauwe lucht. Dat ziet er beter uit. Helaas weer mist ten zuiden van Autun, maar als we om 15.30 uur op de overnachtingsplaats in Moulins aankomen is het weer mooi, 16 graden. Op de voormalige gemeentecamping aan de rivier de Allier is een camperplaats gemaakt, € 0,10 per uur, afrekenen met creditcard. Voor € 2,00 kun je een jeton kopen voor 4 uur stroom of voor het legen van het toilet. Het is een mooi plekje, van de 90 plaatsen zijn er een stuk of 10 bezet, dus heerlijk rustig. Na een drankje wandelen we over de brug zo het centrum in. Ook hier weer alle straten en pleinen prachtig verlicht. Het oude Middeleeuwse centrum is erg mooi met zijn kathedraal, stadhuis en oude huizen. Op het centrale Place d’ Allier genieten we op een van de vele terrasjes van een vin chaud (het lijkt niet echt op glühwein) en bekijken de gezellige drukte op het mooi versierde plein.

Dag 3  Moulins – La Cavalerie      352 km                                           20 december 2015

We beginnen de dag goed met een mooie zonsopkomst boven Moulins en koffie, maar als we om 9.15 uur na het betalen van € 1,80 de camperplaats afrijden, horen we een zachte plof. Lekke band! Wat hebben we toch een pech dit jaar met banden, het houdt niet op. Binnen een half uur heeft Dick legt het reservewiel eronder en rijden we voorzichtig weg. Het is immers een zomerband, terwijl we met winterbanden rijden, maar het lijkt goed te gaan. Het is zondag vandaag, dus alles is dicht. We rijden binnendoor naar Clermont-Ferrand en nemen daar de autobaan naar het zuiden. Even flink opschieten, maar harder dan 90 durven we niet. De autobaan is tolvrij en gaat op een hoogte van 700-1100 meter door het prachtige landschap van de Auvergne met zijn oude vulkanen en later door de Cevennen met zijn hoge kalkplateaus, de causses. We nemen niet de spectaculaire tolbrug bij Millau, maar rijden door het mooie Millau (zijn we al eerder geweest) naar de camperplaats van het vlakbij gelegen La Cavalerie. Het kost even wat moeite om binnen te komen maar na het intypen van naam en e-mailadres en betaling van € 12,00 krijg je de toegangscode. Mooie plek met stroom en gelegenheid tot laden en lossen. Helaas regent het een beetje, maar ik wil toch even het dorpje bekijken. Wat een enorme vesting leek, blijken stadsmuren te zijn met daarbinnen smalle straatjes en oude huizen. Het dorp is in de 12e eeuw gesticht door de Tempeliers, een christelijke kruisridderorde. Buiten de muren een aantal hele oude boerderijtjes. In een oude kerk is ook een kerstmarktje en attracties voor kinderen. Het hele dorp is uitgelopen en vermaakt zich prima. Een leuk dorpje!

Dag 4  La Cavalerie – Port Vendres.       244 km.                                   21 december 2015

We vervolgen de A75 die door een nauwe doorgang door een rotsgebergte gaat, de Pas de l’Escalette met hoge steile rotswanden. Het uitzichtpunt slaan we maar over, want het is bewolkt en regenachtig. Bij de eerste grote stad, Clermont l’ Hérault, gaan we op zoek naar een bandenbedrijf, want we willen de band laten maken. We vinden al gauw een bedrijf op het industrieterrein en binnen een half uur en voor € 25,00 zijn we geholpen. Er bleek een schroefje in de band te zitten. Opgelucht rijden we verder naar de kust, waar het 17 graden is met zon en blauwe lucht. Binnendoor via Narbonne en Perpignan rijden we naar Port Vendres aan de Côte Vermeille. De camperplaats met platanen is erg rustig, heeft geen stroom, maar wel een laad-en losplaats. Je kijkt uit op het stadje, maar je moet wel een eind omlopen vanwege een groot containeroverslagbedrijf. Port Vendres leeft voornamelijk van het toerisme en de visvangst. Er is een vloot van 40 vissersboten en er wordt 4000 ton vis per jaar gevangen. Het stadje ligt mooi tegen een heuvel rondom een grote haven met vissersboten en jachten. Erlangs een wandelpromenade en veel restaurantjes en terrasjes. We wandelen wat rond en genieten van een biertje op een terrasje. Terug bij de camper maak ik zelf nog een wandeling over het pad langs de kust met mooi uitzicht op Port Vendres, de diverse vuurtorens en de zee. Er komt toevallig een groot containerschip binnenvaren. Ook is er een mooie wandeling mogelijk naar de vuurtoren Bear, duurt een uur. Dat red ik niet meer, het wordt helaas al vroeg donker.

Dag 5 Port Vendres – Palamós     120 km                                            22 december 2015

Om 08.00 uur komt de politie de € 6,00 staangeld innen en na de koffie vertrekken we om via de prachtige kustroute naar Spanje te rijden. De smalle weg loopt hoog boven de kust met prachtig uitzicht op de rotsen en inhammen en leidt door leuke stadjes zoals Banyuls, Cerbère en Port Bou. Het is helaas bewolkt, jammer. Vanaf Llanca gaan we het Spaanse binnenland in, er is geen kustroute hier, dus moeten we via Figueras. Om 11.3o uur komen we al in Palamós aan op de mooie camperplaats EmpordArea. Het is 15 graden, zonnig en we kunnen lekker buiten zitten. Later wandelen we de 2 km naar het centrum, gedeeltelijk langs de mooie boulevard. Door de harde wind aan zee is het erg druk met kitesurfers, surfers en zeilboten, leuk om te zien. Verder is het heel erg rustig in het stadje. We doen nog even wat boodschappen bij de Esclat-supermarkt en zien dat de diesel hier slechts € 0,86 is. Moeten we morgen maar even van profiteren. We genieten de rest van de dag in de camper van de rust en gebruiken de tijd om via het supersnelle gratis internet iedereen thuis even bij te praten.

Dag 6 Palamós – Cambrils      252 km                                          23 december 2015

Na het tanken rijden we vanochtend de mooie kustroute tot Tossa de Mar, een smalle weg die hoog boven de rotsachtige kust loopt met talloze bochten door heuvels bedekt met pijnboombossen. Vanaf de vele uitzichtpunten heb je mooi uitzicht op rotsen, inhammen en de blauwe zee. Daarna wordt de weg breder en voert de route door drukke badplaatsen zoals Lloret, Malgrat en Blanes. Bij Barcelona is het helemaal een chaos en we zijn blij als we daar doorheen zijn. Barcelona hebben we al vaker bezocht, dus deze prachtige stad laten we nu links liggen. We kiezen als overnachtingsplaats camping La Llosa in Cambrils, een leuke ACSI-card-camping op ongeveer 1 km van het centrum. Het is helaas wat bewolkt, maar de temperatuur is goed. We wandelen over de wandelpromenade met mooie palmbomen langs de brede zandstranden naar het centrum. Voorbij de haven begint de brede boulevard met vele terrasjes en restaurantjes. Daarachter liggen smalle straatjes met winkeltjes. In het centrum ook 2 parken. Een gezellig, druk stadje! Op de boulevard vinden we een leuk restaurantje met een verwarmd terras, waar we een biertje gaan drinken. Maar de menukaart ziet er zo goed uit, dat we besluiten hier ook te eten, ondanks dat het nog vroeg is. Dick neemt natuurlijk vis en voor mij zijn het tapas. Lekker!

Dag 7 Cambrils – Peniscola   110 km                                           24 december 2015

 We rijden weer een stuk naar het zuiden vandaag. Onderweg maken we even een uitstapje naar de Ebro-delta, een enorme vlakte waar de rivier de Ebro uitmondt in zee. Een vruchtbaar gebied met veel rijstvelden en bekend vanwege de vele vogelsoorten. We stoppen in Poble Nou del Delta, een klein dorpje met allemaal witte kubushuisjes, een wit kerkje en talloze palmbomen. Heel leuk! We wandelen even rond maar er is nu niet veel te doen. De parkeerplaats wordt ook gebruikt als camperplaats, een mooi plekje onder palmbomen. In de omgeving kan je mooie fietstochten maken, vogels bekijken en de zee ligt vlakbij. We rijden langs vele rijstvelden met witte reigers terug naar de kustweg en kiezen voor camping Los Pinos in Peniscola (ACSI-card-camping) voor de overnachting. We komen al rond 13.00 uur aan en zitten de hele middag lekker buiten in het zonnetje. Later wandelen we de 2,5 km naar het centrum, langs de visserhaven naar het schiereiland waarop zich de oude stad bevindt met het grote Papa Luna-kasteel. Op de rots smalle straatjes met hoge, witte huizen en overal potten met planten en bloemen. Er zijn leuke winkeltjes en restaurantjes, maar alles is dicht op de avond voor Kerst. Jammer. Vanaf de rots een prachtig uitzicht op Peniscola en Benicarlo in de verte.

Dag 8 Peniscola – Navajas       302 km                                  25 december 2015

Vandaag willen we een mooie tocht door het bergachtige binnenland maken. We rijden naar Morella over de N232, eerst door een vlak landschap met artisjok-velden en sinaasappelbomen, daarna wat meer heuvels, rotsachtig en met veel olijfbomen. Overal zien we bloeiende struiken met gele bloemen, heel mooi. Daarna rijden we over de 1080 meter hoge Port de Querol met veel haarspeldbochten en zien even later het mooie stadje Morella liggen, op een heuvel gelegen op 1000 meter hoogte, omringd door vestingmuren en erboven een kasteel. Een prachtig gezicht! Naast de stadsmuren ligt een groot parkeerterrein waar we de camper parkeren, het is gratis vandaag. Daarna wandelen we door een enorme stadspoort het stadje binnen. De vestingmuren hebben in totaal 14 torens en 6 poorten. Binnen de muren smalle straatjes met hoge huizen die langzaam oplopen naar boven. De oudste straatjes hebben arcades waaronder veel delicatessenwinkeltjes met streekproducten, maar alles is gesloten vandaag op 1e Kerstdag. Boven ligt de mooie Santa Maria kerk, een klooster en een kasteel, alle uit de 13e eeuw. Het uitzicht over de omgeving is prachtig. Na de wandeling door het stadje rijden we zuidwaarts via Vilafranca richting Mosqueruela met de bedoeling om via de 1600 meter hoge Puerta de Linarespas naar Navajas te rijden. De smalle weg gaat over een hoogvlakte met opvallend veel stenen muurtjes die de stukken land afbakenen. Veel koeien en schapen en af en toe stukken bos. Als we bijna in Mosqueruela zijn (via een erg slechte weg), worden we aangehouden met de mededeling dat de weg verderop afgesloten is. Aangezien er verder geen zijwegen zijn, moeten we weer de hele weg terug naar Vilafranca over diezelfde slechte weg. Wat een tegenvaller! Er stond ook helemaal niets aangegeven, geen borden of afzettingen, niets. Na Vilafranca gaan we oostwaarts over de Ares-pas, ook hier weer mooie bloeiende gele struiken. Hoog boven ons ligt het mooigelegen stadje Ares en via Sant Pau door een dal met amandelbomen rijden we naar de autobaan. We komen in de buurt van Valencia en overal zien we uitgestrekte velden met sinaasappelbomen. Ze zijn zo goed als rijp en hier en daar wordt er geoogst. We gaan overnachten in Navajas, camping Altomira (ACSI-card). We hebben gelezen dat er een treinverbinding is met Valencia, dus willen we hier 2 nachten blijven en morgen naar Valencia. De camping ligt in een prachtige bergachtige omgeving, vlakbij een stuwmeer, riviertjes en bronnen en er zijn mooie wandel- en fietspaden in de omgeving. Het dorp zelf is klein, heeft wel een mooi kerkje en prachtige grote villa’s. Ik ga even bij het station kijken hoe laat de treinen gaan, maar het blijkt dat er ’s winters bijna geen treinen rijden naar Valencia. Weer een tegenvaller! We wijzigen de plannen, blijven 1 nacht hier en gaan morgen een alternatief zoeken. We gaan lekker gourmetten in de camper, het is tenslotte Kerst. Als we de deur opendoen om te luchten, blijken er een stuk of 10 katten voor de deur te zitten, die afgekomen zijn op de heerlijke geuren. Dus maar een ons ardenner worst opgeofferd voor die arme beesten.

Dag 9 Navajas – Bétera    73 km                                 26 december 2015

We hebben iets anders gevonden voor ons bezoek aan Valencia. We gaan naar de camperplaats van Bétera, vanwaar we met de metro naar de stad kunnen. Eerst doen we nog even boodschappen en komen dan al vroeg aan op de drukke, maar mooie camperplaats. Wel wat krappe plekken, maar verder alles prima. We worden erg gastvrij ontvangen en krijgen veel informatie over Valencia en het openbaar vervoer en kunnen ook de metrokaartjes al kopen. Na de lunch gaan we maar meteen op pad. Het is 300 meter lopen naar de metrohalte en na 20 minuten sta je in het centrum, ideaal. We bekijken de grote overdekte markt, wandelen langs de Lonja de la Seda, de oude handelsbeurs en daaromheen allemaal winkeltjes en terrasjes. Daarna is het maar een klein stukje naar de Plaza de la Reina met de kathedraal. Daarachter ligt de Plaza de la Virgin en daartussen allemaal prachtige gebouwen en fonteinen. Vervolgens lopen we naar de Plaza del Ayuntamiento met zijn prachtige witte gebouwen zoals het stadhuis en het postkantoor. Alle winkels zijn open en alle terrassen zitten vol. Er is een schaatsbaan en er is een kleine kerstmarkt. We bekijken de gezellige drukte vanaf een terrasje met een lekker biertje, het is weer heerlijk weer. Via de arena en het modernistische Estacion del Norte lopen we weer terug naar de metro. Wat een leuke stad!

Dag 10 Valencia                                                    27 december 2015

Eind van de ochtend nemen we weer de metro naar Valencia. Vandaag willen we futuristische architectuur bekijken van Valencia’s Ciutat de les Arts I de les Ciències, de stad van de kunst en wetenschappen, een aantal avant-gardistische gebouwen. Prachtig gebouwd in wit, temidden van water, op de achtergrond de blauwe lucht. Het complex bevat o.a. een operagebouw, een museum en een aquarium. We bezoeken het Oceanografic, Europa’s grootste aquarium. Je loopt door watertunnels met vissen, bezoekt Antarctica met pinguins, zeehonden en walrussen. Je ziet beluga’s en walrussen onder en boven water, vogels als ibissen en lepelaars van heel dichtbij. Echt heel mooi gebouwd, futuristische gebouwtjes temidden van water. En het is vandaag 21 graden in de zon, heerlijk. Moe, maar voldaan gaan we weer met de metro naar de camperplaats.

Dag 11 Bétera – Altea       152 km                            28 december 2015

We rijden vandaag langs de kust naar het zuiden. De weg van El Saler tot Cullera loopt langs het grote natuurpark Albufera waar naast het grootste meer van Spanje ook veel moerassen en rijstvelden liggen. In het gebied leven en overwinteren veel vogelsoorten. Verder naar het zuiden zie je in de verte de hoge gebouwen van bekende badplaatsen zoals Gandia, Oliva en Denia. Het was de bedoeling om de route over de uiterste oostpunt te rijden langs allerlei uitzichtpunten, maar het is erg bewolkt, dus heeft het weinig zin. We rijden daarom maar door naar Altea, waar we het laatste plekje op camperpark San Antonia bemachtigen. De camperplaats ligt erg gunstig tussen Altea en Albir in, beide op loopafstand. De temperatuur is hier altijd goed, dus staan hier bijna allemaal overwinteraars. We worden erg hartelijk ontvangen door de eigenaresse en krijgen veel informatie. Het is hier erg zonnig, de wolken zijn boven de bergen blijven hangen. Eerst dus lekker relaxen in de zon en later in de middag wandelen we de 1.5 km naar Altea, langs de zee en de haven. Later wordt het een boulevard met allemaal restaurantjes en terrasjes en alles is hier open. Gezellig. Het mooiste deel is de oude stad die op een heuvel ligt. Nauwe straatjes met witgekalkte huizen leiden naar het hoogste punt met een basiliek met mooie blauwe koepels. Het plein voor de kerk is gezellig met een aantal restaurantjes en terrasjes. Het uitzicht van hier is schitterend. Je kijkt naar beneden op al die witte huisjes, de mooie baai met in de verte in het noorden de rots van Calpe,  in het zuiden Albir en zelfs in de verte de hoge gebouwen van Benidorm. We nemen een biertje op een van de terrasjes naast de kerk en bekijken de gezellige drukte.

Dag 12 Altea – Albir – Benidorm                               29 december 2015

We blijven nog een dagje hier. We slapen uit en lopen later in de ochtend naar de andere kant van de baai naar Albir via een mooie boulevard met palmen langs een breed strand. Van hier af kijken we mooi op Altea en in de verte Calpe. We wandelen wat rond, er zijn veel winkeltjes en terrasjes en het is gezellig druk. We doen wat boodschappen en lopen terug naar de camperplaats waar we lekker in de zon gaan zitten. Later in de middag nemen we de bus naar Benidorm, dat ongeveer 10 km verderop ligt (€ 1,50 p.p., rijdt ieder kwartier). Het vissersdorp van vroeger is nu een enorme stad met hoge flatgebouwen en hotels. Het is er ontzettend druk, alle terrasjes zitten vol. We wandelen over de boulevard de Levante naar het oude centrum, dat nog nauwe straatjes heeft, een mooi kerkje en een prachtig uitzichtpunt. De rest van Benidorm is modern en overal waar je kijkt zijn winkeltjes en restaurantjes. Benidorm is een favoriete overwinteringsplaats, dus heel veel ouderen. We bekijken alles vanaf een terrasje met een biertje en een sangria. Na een paar uur hebben we het wel gezien en nemen we de bus weer terug naar Albir, waar we wat eten en daarna weer teruglopen naar Altea. We hebben weer heel wat kilometers gemaakt vandaag.

Dag 13 Altea – El Palomar     83 km                              30 december 2015

We besluiten het binnenland in te gaan. Dit soort overwinteringsbadplaatsen is niets voor ons. Voor een paar dagen wel leuk, maar langer hoeft niet voor ons. We nemen de CV-755/CV70 de bergen in, een prachtige bergroute, met uitzicht op mooie rotsformaties, leuke dorpjes en veel olijfbomen. We stoppen eerst bij het mooie Guadalest, dat al kilometers ervoor te zien was. Granieten rotspieken met daarbovenop een kasteelruïne en torens midden in een vallei met sinaasappelbomen en olijfbomen. Voor € 2,00 kun je in het dorp parkeren (je mag er zelfs overnachten) en via een paar straatjes met witte huisjes en souvenirwinkeltjes loop je via een hellend pad naar boven tussen de palmen, door de witte poort tot aan het kasteel. Boven is ook een pleintje met nog meer souvenirwinkeltjes en een uitzichtterras. Van hier kijk je op de schitterende bergen en een stuwmeer. Het kasteel is te bezichtigen evenals een 18e eeuws landhuis. Daarna vervolgen we de weg door een steeds woester uitziend landschap met prachtige kalkrotsen begroeid met struikgewas en olijfbomen. Het hoogste punt is een 966 meter hoge pas. Daarna rijden we via Cocentaina noordwaarts naar El Palomar, waar een camperplaats is. Het campinggedeelte is vol, maar op de camperplaats (€5,00 en € 3,00 stroom) is ruimte genoeg. We kunnen weer heerlijk buiten zitten in de zon. Later verken ik het dorp, maar er is niet veel te beleven, 1 winkeltje en 1 restaurantje. Apart zijn de kerstversieringen, rode doeken die tussen de huizen gespannen zijn en over de balkonnetjes hangen kleedjes met afbeeldingen van Maria of Jesus. In het dorp ontspringt een riviertje, rondom de bron is een picknickplaats gemaakt en vandaar beginnen wandelroutes.

Dag 14 El Palomar – Benagéber      209 km                      31 december 2015

We rijden noordwaarts naar Xàtiva, waar we een supermarkt zoeken voor de broodnodige boodschappen. Het is een erg leuk stadje, gedomineerd door een enorm kasteel. Daarna rijden we naar Bicorp in het Nationaal Park de Muela de Cortes, het laatste stuk via een prachtige bergroute. In Bicorp aangekomen blijkt de camperplaats te zijn afgesloten met kettingen en staat er een bord met parkeerverbod. Dat is een tegenvaller. Maar het is nog erg vroeg en we besluiten de route door het nationaal park te vervolgen, ondanks dat deze op onze kaart (2012) als zeer moeilijk staat aangegeven.  We gaan het gewoon proberen. De weg blijkt goed, alleen erg smal, maar op de route komen we nauwelijks iemand tegen. De weg gaat met veel haarspeldbochten omhoog door een berglandschap met veel laag struikgewas. In de buurt van Millares zien we prachtige rotsformaties, hierdoorheen stroomt de rivier de Xúquer, die verderop een stuwmeer vormt, maar hier slechts een klein stroompje is. Wat een prachtig landschap! Het is wel een flinke rit en je kunt niet snel rijden, maar het is de moeite waard. Via Macastre en Bunol rijden we naar de autobaan tot aan Utiel en rijden dan naar Benagéber, een klein dorpje in een prachtig natuurgebied. In tegenstelling tot de eerdere rit, is het hier prachtig groen met dennenbossen. In Benagéber is een gratis camperplaats waar slecht 1 andere camper staat. Het dorpje stelt niet veel voor, maar de omgeving is schitterend. Er zijn veel wandelroutes en op 5 km ligt een mooi stuwmeer. Ik laat Dick lekker uitrusten, hij heeft vandaag wat te verduren gehad met al die bochten. Ik wandel naar het uitzichtpunt Pico Franca, 1,6 km omhoog, pittig maar goed te doen. Een pad door bos en hei met mooie struiken en grassen en ook wilde tijm en rozemarijn. Bovengekomen wacht een schitterend uitzicht op het stuwmeer en de omringende bergen. Het was de moeite waard. Na een lekker varkenshaasje met gebakken aardappeltjes door Dick klaargemaakt, kijken we naar de Oudejaarsprogramma’s en vieren we met zijn tweetjes Oud en Nieuw. Geen vuurwerk in het dorp. Alles lijkt daar al te slapen.

Dag 15 Benagéber – Benicàssim  181 km                      1 januari 2016

Weer bewolkt helaas. We gaan toch de mooie route noordwaarts langs het stuwmeer rijden. Het is inderdaad schitterend! Weer een smalle weg, maar ook nu geen auto’s te zien. De weg slingert omhoog met prachtig uitzicht op het stuwmeer en de stuwdam. We zien ook nog overstekende reeën. Dan begint het te motregenen en bij Téujar besluiten we om niet nog verder de bergen in te gaan, maar naar de kust te rijden. Het eerste stuk van de CV-35 is erg mooi met uitzicht op de rivier de Turia met zijn stuwmeertjes en bergen met watervallen. Daarna wordt het vlakker en komen we weer in de omgeving van Valencia met de uitgestrekte sinaasappelgaarden. We rijden een stuk autobaan langs de kust en gaan overnachten in Benicàssim op camping Bonterra Park, een hele grote camping waar gelukkig nog een paar plaatsjes vrij zijn. Ondanks de grootte van de camping valt het toch wel mee en krijgen we een mooi plekje. Later wandelen we langs de boulevard naar het centrum. Er zijn brede zandstranden met palmbomen en langs de boulevard staan oude villa’s, waarover op bordjes informatie gegeven wordt. Het centrum valt tegen, maar dat komt mede omdat het een feestdag is en alles totaal op slot zit.

Dag 16 Benicàssim – Arnès        156 km.                        2 januari 2016

We vinden Benicàssim niet de moeite waard om nog een dag te blijven. We trekken weer de bergen in, vinden we toch interessanter dan de kust. Via de kustroute dwars door de sinaasappelgaarden rijden we naar Tortosa, waar we parkeren op de officiële gratis camperplaats. We eten eerst wat en lopen dan langs de brede rivier de Ebro naar het centrum. Er is een mooie promenade met platanen aangelegd langs de rivier met wandelpad, fietspad, parkjes en speeltuintjes. Bij de voetbrug over de Ebro proberen veel kunstenaars hun werken te verkopen. We bezoeken eerst de grote overdekte markthal, altijd leuk al die verse producten en je kunt er ook eten of koffie drinken. Daarna wandelen we naar het oude centrum met zijn hooggelegen kasteel van waar je een mooi zicht hebt op de stad en de omgeving. Vervolgens bekijken we de kathedraal en de rest van de oude stad. Helaas is veel hiervan in zeer slechte staat, zonde. Door de gezellige winkelstraten lopen we langzamerhand weer terug. Voor de fietsliefhebbers is er een fietspad helemaal naar de Ebro-delta. Wij rijden weer verder noordwaarts naar Arnès, met rechts af en toe zicht op de Ebro en links de bergen van het Nationaal Park Puertos de Beseit. Dit park heeft prachtige rotspieken en veel bossen en leuke op heuveltoppen gelegen typisch Spaanse dorpjes, zoals Horta de Sant Joan en Arnès. We overnachten op camping Els Portes in Arnès, een vrij nieuwe camping (ACSI-card). Het is 1,5 km lopen naar het centrum van het dorp. Arnès ligt midden tussen de olijfgaarden en heeft een klein centrum met smalle straatjes, oude huizen en een mooi kerkje en stadhuis. Vanaf het uitzichtterras naast de kerk kijk je op het prachtige gebergte. In de omgeving zijn veel wandelingen mogelijk door het nationale park met meertjes en riviertjes. 

Dag 17 Arnès – Cambrils      154 km                3 januari 2016

We rijden vandaag eerst een stukje westwaarts door het nationaal park langs de mooie dorpen Valderrobres en la Fresneda. Daarna de N420 weer richting kust. Op de kaart is dit een groene weg, maar wij vinden het wat tegenvallen. Wat heuvelachtig, rotsachtig landschap met talloze olijfgaarden. Wat opvalt zijn de vele ruïnes van huizen en boerderijtjes. Bij Mora d’ Ebro zien we een Esclat supermarkt, daar kunnen we weer goedkoop tanken, € 0,87. We besluiten om weer naar camping La Llosa in Cambrils te gaan voor een nachtje, dat was op de heenreis goed bevallen. ’s Avonds lopen we naar het centrum waar alle winkels nog open zijn en veel mensen op de terrasjes zitten. Er is nog steeds kerstverlichting, dus het is er erg gezellig. Helaas begint het te regenen, we kopen gauw een paraplu en gaan weer eten op het leuke overdekte en met gaskachels verwarmde terras van El Bogavante. De vis, tortilla en patatas bravas smaken weer heerlijk!

Dag 18 Cambrils – Vic     204 km                  4 januari 2016

We hebben een camperplaats gezien bij het plaatsje La Colonia Güell vlakbij Barcelona, dus rijden we langs de kust naar het noorden. Het mooiste stuk van de route is ten noorden van Sitges, waar de weg smal is en met bochten hoog boven de zee over de rotsen gaat. Er zijn enkele miradors (uitzichtpunten) waar je foto’s kan maken. Rond de middag komen we aan en eten eerst wat. Daarna lopen we naar het informatiecentrum van dit unieke dorp. In 1890 heeft de textielmagnaat en kunstweldoener Güell opdracht gegeven aan bekende modernistische architecten om rond zijn textielfabrieken mooie huizen en goede voorzieningen te bouwen voor zijn arbeiders. Berenguer bouwde prachtige huizen en Gaudi kreeg de opdracht om een kerk te bouwen. We kopen tickets voor de kerk en krijgen een routebeschrijving mee voor een rondje langs alle bezienswaardigheden. We zien hele aparte gebouwen en huizen, heel groot voor arbeiderswoningen, gebouwd met smalle bakstenen met mooie details. De kerk is, hoewel niet afgebouwd, prachtig in typische Gaudi-stijl. Veel mozaïeken, glas-in-lood-ramen, pilaren die geen van alle recht zijn of hetzelfde, wijwaterbakjes in de vorm van schelpen, kerkbankjes in mooie vormen. Ga rustig zitten en bewonder alles. Wat een mooi dorp. We zijn echter rond  15.00 uur terug en alhoewel je hier prima en gratis kunt overnachten, besluiten we om nog 80 km verder te rijden naar Vic, waar op dinsdagmorgen (en zaterdagmorgen) altijd een grote markt is op de Plaza Mayor. De gratis camperplaats daar ligt aan de rand van het stadje, 1,5 km van het centrum.

Dag 19 Vic – Batet de la Serra     43 km                  5 januari 2016

We wandelen vanmorgen de 1,5 km naar het centrum van Vic. Op de Plaza Mayor met zijn mooie gotische en barokke gebouwen is inderdaad een enorme markt, erg leuk om alles even te bekijken. We volgen de bordjes met Ruta Turistica en komen langs alles bezienswaardigheden van het stadje zoals o.a. de kathedraal. Van buiten niet zo mooi, van binnen vrij donker maar erg mooi met overal muurschilderingen. Verder is er nog een 11e eeuwse Romaanse kerk en een gerestaureerde Romeinse tempel uit de 2e eeuw. Ook nog een aantal mooie modernistische gebouwen in de smalle straatjes. Het is erg druk in het centrum, de Spanjaarden doen hun laatste inkopen voor de feestdag Driekoningen morgen. Men geeft elkaar dan cadeautjes en men eet speciaal gebak, een soort kerstkransen. Opvallend zijn ook enorme rijen voor de loterijkantoortjes. Vic is ook de stad van de worst, die moeten we natuurlijk even proeven en natuurlijk kopen we er dan maar een. We lopen weer terug naar de camper, eten eerst en gaan nog even boodschappen doen bij de Lidl. Daarna rijden we noordwaarts richting Olot, gelegen in een nationaal park met oude vulkanen en uitgestrekte bossen met beuken en naaldbomen. Daar vlakbij ligt camping La Fageda (ACSI-card), waar we gaan overnachten. Een leuke camping, maar met heel veel vaste staanplaatsen. Vandaag is er echter helemaal niemand. De rest van de middag doen we niet veel. Het is vrij koud, we zitten op 550 meter hoogte en later begint het zelfs te regenen en te hagelen. Maar de omgeving is erg mooi. Vlak naast de camping ligt een parkeerplaats waar veel wandelroutes beginnen.

Dag 20 Batet de la Serra – Narbonne   205 km               6 januari 2016

Koud vannacht, het heeft gevroren. Het laagje hagel van gisteravond ligt er nog. Na het ontbijt rijden we over een smal weggetje dwars door het Garrotxa vulkanenpark richting Banyoles en Figueres. Een mooi landschap, maar de vulkanen zijn vanaf een afstand niet echt te herkennen. Pas als je bovenop de heuvels staat, zie je de kraters en in de rivierbeddingen kun je nog de basaltlagen zien  die achtergelaten zijn door de lavastromen. De vulkanen zijn niet meer actief, de laatste uitbarsting was 10.000 jaar geleden. Midden in dit gebied ligt het dorp Santa Pau met Middeleeuws kasteel en kerk. We verlaten Spanje en rijden naar Argelès-sur-Mer naar camping Les Roussillonnais, maar het is 12.15 uur en de receptie is pas 14.00 uur open. Daar willen we niet op wachten, dus rijden we langs de kust naar Narbonne. Een mooie route langs de zee en de binnenmeren. Tussen St. Cyprien en Canet stoppen we even bij een prachtig beschermd natuurgebied aan een binnenmeer met vele vogelsoorten. Hier staan nog oude rieten vissershuisjes. Leuk om te zien. We rijden naar de camperplaats in Narbonne, een goede plaats 2 km van het centrum van Narbonne. Met de kaart van de camperplaats mag je gratis met de bus naar het centrum, dus dat doen we. Narbonne heeft een mooi centrum waar het Robine-kanaal doorheenstroomt. Daarlangs liggen mooie promenades met platanen. In de zomer moet het hier heerlijk zijn op de kades, maar nu is het erg fris, er waait een koude wind. We wandelen naar het vroegere bisschoppelijke paleis, wat nu stadhuis is. Door de poort ernaast en via de kloostergangen bereik je de mooie kathedraal. Een enorm gebouw met prachtige wandkleden, graven van bisschoppen en gebrandschilderde ramen. Daarna lopen we door de gezellige winkelstraten. Een leuke stad! Daarna zoeken we tevergeefs naar de bushalte van lijn A. Ook na 3 keer vragen blijft deze onvindbaar en dus nemen we voor €7,00 maar een taxi.

Dag 21 Narbonne – Millau   191 km               7 januari 2016

We rijden vandaag een mooie route door het binnenland naar Bédarieux waar we eerst boodschappen doen. Een mooi plaatsje in een schitterende bergachtige omgeving aan het riviertje de Orb. Wat verder aan het riviertje ligt Lunas, waar we willen overnachten op de camperplaats. De ligging is erg mooi met uitzicht op een meertje met daarachter het oude dorp aan de voet van een steile rots. We eten eerst en wandelen dan richting het dorp. Rondom het meertje wordt met informatieborden alles uitgelegd over flora en fauna. Het dorp heeft een oud kerkje en een kasteel en ligt mooi aan de Orb. Er zijn veel wandelmogelijkheden o.a. naar het Mariabeeld boven op de rotsen waar je een prachtig uitzicht hebt over de omgeving. Omdat het nog vroeg is, besluiten we toch om nog verder te rijden en kiezen voor de camperplaats van Millau. Millau ligt erg mooi in een dal tussen bergen met steile rotswanden en is bekend vanwege de gigantische brug over het dal waar de rivier de Tarn doorheen stroomt. De hoogste pilaar is maar liefst 270 meter hoog en de lengte van de brug is 2,5 km. Helaas is de brug niet goed zichtbaar omdat het bewolkt is en af en toe regent. Op onze reis door Frankrijk in 2005 zijn we over deze tolbrug gereden en hebben we het informatiecentrum bezocht. Vanaf de camperplaats is het maar 500 meter naar het centrum, wat wel aardig is met enkele winkelstraten, een belfort, een stadspoort, enkele kerkjes en een oude wasplaats. Gelukkig is het droog en maken we ook een wandeling langs de Tarn, waar een oude watermolen te zien is.

Dag 22 Millau – Massiac    189 km                              8 januari 2016

Omdat we nog 5 dagen tijd hebben om thuis te komen, nemen we vanmorgen de mooie route door de Gorges du Tarn. Deze hebben we al eerder gereden, maar het is daar zó mooi! En we boffen met het weer, de zon schijnt en het is erg zacht. De rivier de Tarn heeft een enorme kloof uitgeslepen door de bergen met steile rotswanden. Door tunneltjes en soms onder laaghangende rotsen rijd je door dit prachtige landschap. Gelukkig zijn er genoeg stopplaatsen om foto’s te maken. Dat kan in de winter, je komt er nu niemand tegen. Verder zijn ook de oude dorpjes schitterend, vooral Peyreleau, Les Vignes, La Malène en St. Énimie. Na St. Énimie rijden we weer richting de A75, maar het gaat eerst nog steil naar boven, waar je een mooi uitzichtpunt hebt. In de diepte ligt de Tarn en het mooie dorp. Het is zo lekker in de zon dat we buiten kunnen eten. Daarna rijden we via de autobaan naar de gratis camperplaats van Massiac, gelegen aan het snelstromende riviertje de Alagnon. Mooi plekje! We wandelen in het zonnetje naar het dorp via de voetbrug. We zien op verschillende thermometers dat het 15 graden is! Ongelofelijk. Er is niet zo veel te zien, er zijn een paar winkels, restaurantjes en terrasjes en een supermarkt. Verder een oud kerkje en een gerestaureerd kasteel wat nu het gemeentehuis is. ’s Zomers zal het hier leuker zijn, nu is het erg stil.

Dag 23 Massiac – St. Léger-sur-Dheune    286 km                              9 januari 2016

Vandaag maar eens een stuk opschieten. Eerst nog autobaan tot Clermont-Ferrand, daarna binnendoor richting Beaune. Een mooie rit met zicht op de vulkanen van de Auvergne. In Gannat doen we nog even boodschappen, eten wat en zoeken in de boekjes een overnachtingsadres. We kiezen voor St. Léger-sur-Dheune, ten zuid-westen van Beaune Goed gekozen, want bij Écuisses begint een schitterende rit langs het Canal du Centre met talloze sluizen en bruggen. Het kanaal verbindt de Loire bij Digoin met de Saône bij Chalons-sur-Saône zodat er een verbinding ontstaat van de Atlantische Oceaan naar de Middellandse Zee. Er zijn maar liefst 60 sluizen en 42 bruggen. We rijden langs het kanaal tot aan de camperplaats van St. Léger-sur-Dheune, die vlakbij het dorp en het kanaal ligt. Een mooie camperplaats voor € 5,00 inclusief stroom. Ook in dit dorp is nu niet zoveel te doen, maar er zijn leuke winkeltjes, een paar restaurantjes en een terras onder de brug aan het kanaal. Het is mooi weer en de weerspiegelingen in het water geven mooie plaatjes! Vanuit het dorp kun je fiets- en wandeltochten maken langs het kanaal. In het dorp is een haventje waar ’s zomers boten worden verhuurd.

Dag 24 St. Léger-sur-Dheune – Pont-a-Mousson    306 km                              10 januari 2016

Ondanks dat het de hele dag regent, kiezen we toch voor de route binnendoor via Beaune, Dijon, Langres en Toul. Er is altijd wel wat te zien. Tussen Beaune en Dijon langs de wijnroute zijn de wijnboeren druk met het snoeien van de druivenranken en verbranden het hout meteen in verrijdbare ijzeren tonnen. Voor de overnachting gaan we naar de camperplaats van Pont-a-Mousson waar we al diverse keren geweest zijn.

Dag 25 Pont-a-Mousson – Boxtel       406 km                              11 januari 2016

Nu zo snel mogelijk naar huis, ook omdat het weer de hele dag regent. Dus dat wordt alleen maar autobaan via Metz, Luxemburg en Luik.

We hebben weer een mooie reis gemaakt, heel veel gezien en mooi weer gehad. We weten nu dat overwinteren aan de Spaanse kust niet ons ding is. Een paar dagen is het wel leuk, maar een paar maanden hier zitten op overvolle campings/camperplaatsen dat zien we niet zitten. Zo rondtrekken was erg leuk. We vonden Valencia prachtig, Cambrils was wél een leuke badplaats en het bergachtige achterland met oude stadjes was erg mooi. Op de reis door Frankrijk hebben we weer heel wat leuke nieuwe camperplaatsen ontdekt. Natuurlijk is er in de winter niet zo veel te doen in veel dorpen, maar de rust is ook erg fijn. We hebben in totaal 5071 km gereden.